Op goede vrijdag eindelijk op de racefiets gestapt, nadat ik de fiets van stof en spinnenwebben had ontdaan en de bandjes opgepompt. Rondje door het Reestdal. Winterbroek en handschoenen aan, want het is koud. Bij IJhorst zie ik een bobbel of slag in het voorwiel. Ik stop en stap af. Er zitten heel grote scheuren over het loopvlak van de band. Kan elk moment lekrijden of knappen.
Dus besluit ik om de route in te korten en gelijk naar huis te fietsen. Eerst nieuwe bandjes kopen, voordat ik weer ga fietsen.
Op dinsdag interval op de baan. Hoewel het een rustige training is en ik ook rustig aan wil doen in verband met de aanstaande Vechtdal halve marathon, gaat het helemaal niet lekker. Net ongi geworden en gisteren lopen scheppen en kruien met houtsnippers. Voelt niet fijn, zo vlak voor de halve.
Maar op vrijdag heb ik geen last meer van de stijfheid. Probeer de dag, ondanks de kinderen thuis, rustig door te komen, want de wedstrijd is pas ’s avonds. De start is om 18.45 uur en er staat een stevige westenwind. Startnummer ophalen. Lekker warm binnen zitten. WC. Beetje warmlopen. Redbull (ja echt) naar binnen werken. Uit de kleren. En naar de start.
Vanwege de flinke wind en mijn gevoel afgelopen week, besloten om niet voor 1.35 op weg te gaan maar 1.37. Ik start dus rustig, probeer gelijk rond de 4.30 min/km te lopen en zie dan een pacer open voor 1.35. Maar hij lijkt sneller te lopen, dus ik besluit niet mee te gaan. Maar gelijk na de eerste km komt de wind en het pacergroepje is aardig groot. Ik loop er toch maar naartoe, want uit de wind lopen scheelt wel een boel energie. Maar ik loop achteraan en dat betekent dat er om de haverklap afvallers zijn, die gaatjes laten valen. Die ik dan weer moet dichten. Ik laat de pacer gaan en loop alleen verder.
Een paar km verder komt er iemand voorbij en ik haak aan. Ik blijf bij hem, hij heeft een mooi tempo en af en toe kan ik wat uit de wind lopen. Ik vraag of hij het goed vindt dat ik achter hem blijf lopen. Geen probleem. We raken aan de praat en de km vliegen voorbij. 10, 11, rondje langs Rheeze, 13, 14. En dan neemt mijn haas gas terug. Maar ik loop nog zo lekker. Ik bedank mijn haas, versnel nog wat en ga er vandoor. Het lijkt vandaag allemaal vanzelf te gaan. Wat heerlijk. Vanaf km 17 zelfde weg terug. Nog een km door de swingende stad en daar is de finish. 1.36.02. Niet verwacht, makkelijk gehaald en heel erg blij mee. 1e dame bij de masters en 2e dame overall.
Even opgezocht: 7 seconden sneller dan mijn eerste snelle halve marathon in 2004, 2e tijd op een halve marathon. PR 1.35.03, 2004.