Alle afstanden langer dan de marathon heten een ultra(marathon). Maar na een paar keer een 50 km gelopen te hebben en ook een keer 60 km, voelt dat toch niet als een ultra. Ik denk, dat als je verschillende marathons met gemak hebt uitgelopen, en voor een 50 of 60 km ultra een marathonschema van 14-16 weken volgt, je dan ook een 50 km en zelfs een 60 km ultra uit kunt lopen. Maar hoe gaat dat met een 100 km? Vorig jaar liep ik 60 km op een schema uit het boek Running your first ultra van Krissy Moehl. Voor mijn gevoel had ik heel veel kilometers gemaakt en dat was ook zo, want ik liep de 60 km met gemak, in een fijn tempo uit.
Begin dit jaar, na de Salland trail, besloten dat ik 80 km wel over kon slaan en gelijk door kon naar 100km. Maar hoe pak je dat aan? In eerder genoemd boek staat ook een schema voor een 100 km. Wetende dat ik in de voorbereiding van de 60 km voor mijn doen erg veel kilometers heb gemaakt, heb ik met die info het schema voor de 100 km wat aangepast. Ik heb het trainingsvolume aan het eind wat naar beneden bijgesteld.
Waar ik normaal gesproken na het lopen van een marathon, een paar dagen hersteltraining op de fiets doe, zou ik van het schema de dag na de marathon nog eens 15 tot 25 km moeten gaan lopen. En dat dan niet één keer per maand of zo, maar een paar weken achter elkaar. Dat zou voor mij niet gaan werken, weet ik uit ervaring. Luisteren naar het lichaam is altijd heel belangrijk. Maar bij de voorbereiding op een ultra misschien nog wel belangrijker, want van die lange ultra’s loop je er misschien maar één of twee per jaar. Dus gaat de voorbereiding mis, dan mis je misschien je ultra in dat jaar. Luisteren naar het lichaam dus. Heel moeilijk. Of eigenlijk niet. Of toch wel, want luisteren naar je lichaam en vervolgens niks met die signalen doen, je kop in het zand steken… Herkenbaar?
Nou ja, ik had dus wat lange duurlopen (marathons) geschrapt in het schema, maar heb het toch gepresteerd om in een maand drie marathons te lopen. Dat dan wel, maar zonder de duurloop de dag er na. Ja en toen begonnen er alsnog wat signalen te komen dat het misschien wat veel was voor mijn lichaam. Zoals een toenemende vermoeidheid, kleine pijntjes die anders snel weg gaan, maar nu aanwezig bleven. Geen zin meer om te trainen. Maar ik had nog ruim een maand te gaan voor die 100 km, de Grizzly 100 in de Voerstreek. Ook nog eens niet vlak.
Op dat moment toch maar besloten om de trainingsomvang drastisch terug te schroeven. Want ik had ook nog eens twee weken voor de ultra een haasklusje bij de marathon van Eindhoven. Dat wilde ik wel goed doen (3:45 uur groep). Ik begon een beetje op te knappen, kan de marathon pacen. Maar het was wel een aanslag op mijn lijf. Het was die dag warm en vochtig, dus ik liep niet lekker, kreeg blaren en schuurplekken (van de rugzak met de vlag). Daarna ook nog een paar dagen spierpijn (heb ik anders nooit).
En zo kwam het dat ik in de laatste week voor de Grizzly 100 heel erg begon te twijfelen of het allemaal zou gaan lukken (tuurlijk wel, maar normaal sta ik met veel zelfvertrouwen aan de start).